Nieuw leven voor betekenisvolle gebouwen? Het begint bij een haalbaarheidsonderzoek. Lees meer

Cellulose-pulp moet koudeval graansilo’s voorkomen

14 december 2023

Isolatie van de vloeren bleek niet afdoende om een comfortabel binnenklimaat te krijgen in de Zwarte Silo in Deventer. “In het restaurant stookten ze zich het schompes, maar het bleef koud.” De voormalige graansilo’s zijn nu deels volgestort met cellulose, dat een hoge isolerende waarde heeft. Een onzichtbare en relatief betaalbare verduurzamingsmaatregel, die BOEi vanaf nu nauwkeurig monitort. “Het is een pilot, maar als die succesvol blijkt, kan dat heel interessant zijn voor de rest van de monumentenwereld.”

BOEi kocht het voormalige silogebouw in 2012: een robuust industrieel bouwwerk van ruim 20 meter hoog, 40 meter lang en 18 meter breed, aan de binnenhaven van Deventer. Tot een jaar of dertig geleden werden de dertig inpandige silo’s nog gebruikt voor de opslag van graan. Daarna stond het betonnen gebouw lang leeg. Het kreeg uiteindelijk een nieuwe bestemming, de Zwarte Silo is nu een markante horecagelegenheid in het Deventer ‘havenkwartier’. De betonnen trechters, de stortkokers van de silo’s, steken door het plafond van het restaurant en vormen zo een uniek onderdeel van het interieur. Bart Kerkdijk, bouwkundige bij BOEi: “Vroeger werd hier natuurlijk hard gewerkt, de dokwerkers verrichtten zware lichamelijke arbeid en kregen het vanzelf warm. Maar in een horecagelegenheid zitten gasten vooral stil. Ondanks de isolatie van de vloer en vloerverwarming, bleef het binnen koud. We zochten naar manieren om het comfort te verhogen.” Een eerste en eenvoudige maatregel was het aan de onderkant afdichten van de trechters, die zich op zo’n vijf meter hoogte in de ruimte bevinden. “Maar dat deed niet zoveel door de enorme hoeveelheid stilstaande koude lucht in de betonnen silo daarboven.” Er kwam een tochtsluis bij de entree om de warmte binnen te houden. “Aan de wanden wil je eigenlijk niet veel doen, want dan schaad je het robuuste industriële karakter van het interieur.”

Eenvoudig aan te brengen op moeilijke plekken

Bleef over: het isoleren van de enorme silo’s zélf. “Maar die wil je natuurlijk niet ‘inpakken’, dan verlies je het bijzondere en robuuste karakter.” Uit onderzoek kwam al snel naar voren dat het inwendig isoleren van het onderste, trechtervormige gedeelde van de silo’s met cellulose, een goede optie zou kunnen zijn. Kerkdijk: “Dat materiaal is relatief goedkoop en eenvoudig aan te brengen op moeilijk bereikbare plekken. Het is natuurlijk ingewikkeld om in zo’n enorme silobuis te komen om daar isolatie aan te brengen. Deze cellulose-pulp kan je er eenvoudig van bovenaf in blazen met een pomp en lange slangen.” Warmteplan uit Brummen is de samenwerkingspartner van BOEi bij deze pilot. Deze cellulose is gemalen papierpulp, een restproduct van krantenpapier en het heeft maar een minimale bewerking nodig. Het wordt eerst in een shredder vermalen, daarna wordt het stof eruit gehaald en daarna krijgt de pulp een behandeling met minerale zouten, die zorgen voor sterk brandvertragende eigenschappen. “Het is bovendien circulair en de aanpak is reversibel dat vinden we ook belangrijk. Het is een pilot, we kennen de effecten natuurlijk nog niet. Maar als het niet werkt zoals gehoopt, of er ontstaat een probleem met bijvoorbeeld vocht, dan kun je dit materiaal er eenvoudig weer uitzuigen.

In de eerste tranche werden 14 silo’s gedeeltelijk volgespoten met de cellulose-pulp. Kerkdijk: “We hebben de isolatie nu alleen in de onderste twee meter aangebracht. Die bevinden zich in de thermische schil van het gebouw, dat is dus een soort extra jas. We verwachten er veel van: normaalgesproken breng je in muren een laag van 30 centimeter van deze cellulose aan als isolatie, nu is het een pakket van twee meter dikte. Dit materiaal heeft een isolatiewaarde van 27 m2K/W, dat is extreem hoog. Nieuwbouwwoningen moeten bijvoorbeeld aan een waarde van ruim 6 M2K/W voldoen.”

Interessante pilot voor de monumentenwereld

De verwachting is dat de isolatie van de binnenkant van de silo’s de bekende ‘koudeval’ voorkomt: de betonnen silo’s zijn nu gevuld met een dik pak isolatiemateriaal. Bart Kerkdijk: “Hier zit zo giga veel isolatie nu, dat moet effect hebben.” Maar uiteraard volgt er monitoring. “We hebben nu met afstandsmeters vastgesteld tot hoever de silo’s gevuld zijn met isolatie. Zo kunnen we ook bijhouden of het materiaal op den duur gaat inklinken en of dat een negatief effect heeft. Met infraroodcamera’s kunnen we ook zien wat het effect is en we krijgen natuurlijk ook respons op het gebied van comfort van het personeel en bezoekers van de locatie.

Zowel voor BOEi als voor Warmteplan is dit een interessante pilot, zegt Kerkdijk. “Dit isolatiemateriaal op deze manier gebruiken is voor ons allebei nieuw. Als BOEi willen het gewoon uitproberen. We hebben inmiddels een andere silo, in Wehl, ook zo aangepakt. Volgens onze berekeningen gaat dit veel effect hebben op het comfort, maar natuurlijk scheelt het ook in de energielasten. Het is een eenvoudig aan te brengen en duurzaam isolatiemateriaal. Het effect van deze pilot kan belangrijk zijn voor de monumentenwereld. Stel dat dit zeer goede resultaten geeft: er is veel meer erfgoed dat hoge en loze ruimtes heeft. Dit kan voor de verduurzaming van veel industrieel erfgoed, toepasbaar en interessant zijn.”

Bekijk hier beelden van het aanbrengen van de cellulose bij de Zwarte silo in Deventer.