Ria Brand schreef ons zelf over haar tijd in het Zuider in de jaren 60. Onder andere over verschillen tussen mannen en vrouwen: “Zusters mochten toen nog geen urinekatheters inbrengen bij mannen. Daar was een speciale broeder voor die de ‘karre-broeder’ werd genoemd, omdat hij altijd met de katheterkar door het ziekenhuis liep. Vrouwelijke verpleegkundigen mochten ook geen mannen scheren voor een operatie, zelfs niet voor een thoraxoperatie (borstoperatie)! Na mijn opleiding op het Zuider heb ik een jaar in het Juliana ziekenhuis in Apeldoorn gewerkt en daar moest ik ineens wel een man scheren voor een urologische ingreep. Dat was voor mij zo raar, m’n hele opleiding geen man geschoren en nu direct dat.”
Het Zuiderziekenhuis was volgens Ria in haar tijd het enige niet-academische ziekenhuis waar hartoperaties werden verricht: “De hartchirurg kwam er speciaal voor uit Leiden. Er werden per week twee hartoperaties gedaan op de dinsdag en de donderdag, in totaal dus vier operaties. De grote ingreep, waar een hart-long machine voor nodig was, werd door de chirurg uit Leiden gedaan. Een kleinere ingreep werd tegelijkertijd door professor Koreman in de ander operatiekamer (OK) uitgevoerd. Zo kon Koreman altijd snel de hartchirurg consulteren als het nodig was.”
“De ‘Hartkamer’ van het Zuider was de voorloper van de IC (intensive care). Mannen en vrouwen lagen hier wel op één kamer, wat in de jaren 60 erg ongebruikelijk was. In die tijd waren er nog niet voldoende hartmonitoren dus alleen het ‘grote hart’ – de patiënt van de hartchirurg uit Leiden – lag na operatie aan de monitor en het ‘kleine hart’ niet. Ook patiënten die aan de beademing lagen hadden trouwens geen hartmonitor bewaking. Dat kun je je nu nog maar moeilijk voorstellen. In mijn opleidingstijd werd de hartkamer uiteindelijk IC. Niet alleen hartoperaties, maar alle thoraxoperaties en grote ongevallen werden daar toen opgenomen.
“Ook brandwondenpatiënten kwamen op de IC. De OK’s verhuisden naar het nieuwe behandel gebouw. De oude OK’s werden de nieuwe IC, waar ook twee laminar flow units voor brandwond patiënten kwamen. Dat is een soort installatie waar de luchtstroom zo is dat er alleen schone lucht van boven op de patiënt terecht komt, Op de foto zie je mij in zo’n flow. Brandwondpatiënten lagen op een cirkelbed en moesten om de twee uur gedraaid worden. Van buik- naar rugligging en andersom. Dat was een hele toer, je moest het bed bedienen en tegelijk katheters en infusen vasthouden om mee te draaien.”
“Over dat draaien heb ik nog een anekdote. Op de intensive care lag op een dag een oude man na een buikoperatie. Hij kreeg wisselligging en na het draaien kreeg hij een wond-dehiscentie (opengaan van de wond). Nadat de wond opnieuw was gehecht, kwam de dokter langs en vroeg hoe het nu ging? De patiënt zei daarop: ‘Dokter, ik zei nog zo tegen die meisjes, gooi me niet zo hard neer. En toen lag ik ineens met m’n maag in m’n armen.’ We hebben er met zijn allen hartelijk om moeten lachen.”
“Helaas is het zo, dat bij het woord ‘Brandwondencentrum’ altijd aan Beverwijk wordt gedacht” zeg Ria. “Dat zal mede komen doordat de Brandwonden Stichting die in 1971 is opgericht er ook kantoor heeft. Het Zuiderziekenhuis had echter al vóór de opening van het BCW Beverwijk erkenning voor tien brandwonden-bedden. Het werd alleen geen brandwonden-centrum genoemd, omdat de patiënten op verschillende afdelingen lagen. Ja, ik heet nu Brand, maar je zal snappen dat ik in het Zuider op het BWC altijd mijn meisjesnaam ben blijven gebruiken, anders zou het met de opmerkingen niet meer ophouden.”
Foto: Laminar Flows op de brandwonden IC met Ria Brand – van Tilburg in de linker.