Nieuw leven voor betekenisvolle gebouwen? Het begint bij een haalbaarheidsonderzoek. Lees meer
BOEi Blog | Kleur op oude gebouwen

BOEi Blog | Kleur op oude gebouwen

Door Kim Heuvelmans – De eerste keer dat het me opviel was in 2016 tijdens een vakantie in Moskou. Bij het Rode Plein is niet te missen dat meerdere panden rood geschilderd zijn. Gewoon een laag rode verf over het metselwerk heen. Ze waren op dat moment zelfs bezig ergens een witte voeg op te schilderen (ik weet helaas niet meer welk pand).  Nu heb je in Moskou een hoop pracht en praal dus ik dacht ‘het zal wel iets typisch zijn voor deze regio’.  Niets bleek minder waar. Ook in West-Europa worden gevels van metselwerk en natuursteen geschilderd. Een docent van de opleiding Bouwhistorie en Restauratie zei zelfs: ‘Je kunt er bijna vanuit gaan dat vóór de negentiende eeuw ieder pand geschilderd was.’ Waarom eigenlijk?

Detail van een rood geverfde muur bij het Rode Plein in Moskou. Foto auteur, 2016

Bijzonder hoogleraar theorie en geschiedenis van de Monumentenzorg W.F. Denslagen deed er samen met A. de Vries onderzoek naar en publiceerde in 1984 het boek Kleur op historische gebouwen, de uitwendige afwerking met pleister en verf tussen 1200 en 1940 over het onderwerp.

Gevels werden geschilderd om zo een egaal uiterlijk te krijgen dat heel precies gemetseld leek. Door de gevel te schilderen verdwenen onregelmatigheden. Zeker bij gevels opgetrokken in geïmporteerd natuursteen, was het gemakkelijker om een lading van verschillende kleurschakeringen te gebruiken en deze vervolgens te verven. Naast het esthetische belang was ook de bescherming van de gevel voor weersinvloeden door een extra laag toe te voegen belangrijk: ‘Steensoorten, die op zichzelf niet tegen het weder bestand zijn, kunnen door een laag olieverf dikwijls geruime tijd tegen verwering worden behoed’ (citaat uit een leerboek voor de verver uit 1908, Denslagen 1984, 49)

De in mergel opgetrokken toren van de Sint Janskerk in Maastricht is direct na de bouw in de vijftiende eeuw rood geverfd. Bron: RCE, fotograaf Sergé Technau, 11865-27579

 

‘Men verfde vrijwel alles, zelfs vaak bakstenen metselwerk wanneer dat op enigerlei wijze minder gaaf was geworden.’ (Denslagen 1984, 49) De kleur waarin een gevel werd geverfd was gebaseerd op de keur van het bouwmateriaal: baksteen werd rood, tufsteen werd grijs en zandsteen een lichte okerkleur. Hierop werden voegen geschilderd om een regelmatig metselverband te imiteren. Deze voegen hoefden helemaal niet overeen te komen met de daadwerkelijke voegen.

Ter illustratie van het principe: de natuurstenen pijlers van de Nieuwe Kerk in Amsterdam zijn geschilderd en voorzien van een geschilderde voeg die niet overal overeenkomt met de daadwerkelijke voeg. Foto auteur, 2023

Verschillende vormen van gevelafwerkingen kwamen en komen in Nederland voor. Er zijn voorbeelden van (vroeg-)romaanse kerken die gepleisterd en wit geschilderd waren. Sommige romaanse kerken van tufsteen hadden in de bepleistering een voegindeling zodat er een metselverband zichtbaar was (een materiaalsuggestie). Ook baksteenimitaties op bepleisterde gevels van bakstenen kwam voor. In de late middeleeuwen werd het pleisteren minder noodzakelijk, volgens Denslagen omdat stenen regelmatiger werden en voegwerk dunner. Hierdoor was alleen een beschildering van de gevel genoeg. Tegelijkertijd verdween het pleisteren van gevels niet helemaal en werd het aan het einde van de achttiende eeuw onderdeel van de architectuur. In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt ‘schoon-metselwerk’ steeds populairder. Het laten zien van nationale bouwmaterialen, het liefst in de stijl van de Hollandse Renaissance, kreeg de overhand. Kleurverschillen werden gecreëerd door materialen in een andere kleur te gebruiken in plaats van ze te schilderen. Het laten zien van de bouwmaterialen bleef ook in de twintigste eeuw het uitgangspunt.

Bron: W.F. Denslagen en A. de Vries, Kleur op historische gebouwen, (’s-Gravenhage 1984).

Foto header: detail van het rood geverfde mergelwerk van de Sint Janskerk in Maastricht uit 1986. Bron: RCE, fotograaf L.M. Tangel, D-08463

>> lees hier de andere edities van de BOEi Blog