Voetjesvloeren, kindervoetjesvloer, blotenvloetenvloer, voetenmarmer, blotenvoetenmarmer. Het zijn verschillende benamingen voor verschillende type beschilderde vloer. Die zijn zeldzaam omdat ze door slijtage veelal verloren zijn gegaan. In deze blog een korte introductie.
Waarom? Zoals vaste lezers van de BOEi blog gemerkt zullen hebben heeft het onderwerp van de blog vrijwel altijd te maken met een onderwerp waar ik op dat moment mee bezig ben. Bijvoorbeeld een typologie waar ik mee bezig ben (barakken, tankstations), of zoals in dit geval een afwerking die ik tegen kwam in het pand wat ik onderzoek. In de pastorie van Veenhuizen ligt een beschilderde houten vloer. De vloer lijkt enigszins op blotenvoetenmarmer maar het niet is. Toen vervolgens een bouwkundige zei dat het een aardappelstempel vloer was, moest dit natuurlijk nader uitgezocht worden. Niet alleen omdat ikzelf nieuwsgierig was, ook omdat we voor het mogelijk herstel van de vloer moeten weten hoe deze gemaakt is.
Over beschilderde vloeren is vrij weinig informatie te vinden. In het Jaarboek Monumentenzorg 2001 over interieurs staat een kort artikel van Albert Reinstra en J.C. van ’t Hof, in de kennisbank van de RCE twee korte stukjes en in een blog van Erfgoed ’s Hertogenbosch staat een omschrijving met een aantal mooie voorbeelden. Het artikel uit 2001 stelt: ‘er bestaat nog geen goed beeld van de diverse vloerconstructies, afwerkingen en detailleringen.’ Gelukkig hebben ze genoeg gegevens verzameld (enkele tientallen voorbeelden) om een goede eerste indruk te kunnen schetsen.
De vroegste teruggevonden beschilderde houten vloer dateert uit de het einde van de zeventiende eeuw (kasteel Heeswijk). Ook uit de achttiende eeuw zijn enkele voorbeelden van beschilderde houten vloeren overgeleverd (o.a. imitatiemarmer en plavuizen). De meeste voorbeelden komen uit de negentiende en twintigste eeuw en werden ontdekt bij het verwijderen van nieuwere afwerklagen. Maarten Enderman (destijds werkzaam bij Erfgoed ‘s-Hertogenbosch) concludeerde dat ze in Den Bosch vooral populair lijken te zijn geweest in de eerste helft van de twintigste eeuw. In voormalige strafkolonie Veenhuizen zijn vrijwel alle grote villa’s van W.C. Metzelaar uit het begin van de twintigste eeuw voorzien van een beschilderde houten vloer. Daar was het blijkbaar de standaard afwerking voor de luxere huizen uit het begin van de vorige eeuw.
Het lijkt erop dat de vloeren werden beschilderd om andere (dure) materialen te suggereren. Toch zijn er genoeg gevallen bekend waarbij de rest van het interieur zo rijk is afgewerkt, dat het onwaarschijnlijk is dat er op de vloer werd bezuinigd. Het is dus niet per definitie een bezuiniging. Een geschilderde imitatie is bijvoorbeeld makkelijker schoon te houden. Het geeft ook meer mogelijkheden: door materiaal te imiteren kunnen bijvoorbeeld marmeren plafonds en deuren onderdeel worden van het ontwerp, iets wat met het echte materiaal niet zou kunnen. Het imiteren van materiaal is een oud gebruik dat zelfs op romeinse en romaanse architectuuronderdelen te vinden is.
In de zeventiende eeuw werden vooral imitaties van parket en tegels toegepast. In de achttiende eeuw was natuursteenimitatie populair. In de negentiende eeuw werd dit vervangen voor tapijtimitaties en voetjesvloeren. Deze bleven populair in de twintigste eeuw. Linoleumimitaties werden ook gemaakt.
Er zijn verschillende typen beschilderde houten vloeren te onderscheiden:
- Imitaties van harde vloeren zoals natuursteen, gebakken materiaal (plavuizen of tegelvloeren) en hout
- Imitaties van zachte vloeren zoals tapijten (sjabloontechnieken) en vloerkleden
- Decoratieve fantasievloeren bijvoorbeeld vloeren gestempeld met aardappelen of bloemen en bladeren
- Daarnaast zijn er ook vloeren met een mon ochrome afwerking (één kleur).
Een voetjesvloer is de bekendste en meest voorkomende soort beschilderde houten vloer. Dit werd door heel Nederland toegepast. Op de houten vloer werd een gelige grondkleur aangebracht. Opbloten voeten werd vervolgens een tweede, donkerdere natte verflaag gelopen. De naam doet denken aan een marmerimitatie. Volgens specialist Bernice Crijns van het RCE is het eerder een houtimitatie.
Een imitatievloer in Den Bosch is gemaakt door een rode ondergrond aan te brengen en vervolgens in de bruine laag daarop met een spons een regelmatig wolkend patroon te drukken. Enderman geeft aan dat de imitaties soms daarna met een kwast nog verder uitgewerkt werden.
Imitaties van tapijtvloeren werden gemaakt met sjabloontechnieken. Ze hebben vaak een rijk versierde rand met daarbinnen een eenvoudiger middenvlak. Door sjablonen te gebruiken was het mogelijk om ingewikkelde patronen telkens te herhalen.
Hoe de beschildering op de vloer in de Pastorie in Veenhuizen is gemaakt weten we nog altijd niet exact. Met hulp van specialisten van de RCE en Nimeto weten we toch genoeg om het bij een restauratie te kunnen nabootsen. De vloer van de pastorie is niet gemaakt met aardappels. Het bestaat uit een dekkende basislaag waarop een patroon is aangebracht, vermoedelijk met een doek, spons of toepkwast. Daar overheen zijn in een egaal dekkende kleur randen geschilderd (een bies), soms met een gesjabloneerde versiering in de hoeken.
Bronnen:
- Jan van ’t Hof en A. Reinstra, Beschilderde houten vloeren, in: Interieurs belicht, Zwolle 2001.
- Richard Harmanni en Bernice Crijns. Interieurschilderingen op hout – historie, https://kennis.cultureelerfgoed.nl/index.php/Interieurschilderingen_op_hout_-_historie
- Eva Röell Houten vloeren https://kennis.cultureelerfgoed.nl/index.php/Houten_vloeren
- Bernice Crijns, Imitatieschilderingen https://kennis.cultureelerfgoed.nl/index.php/Imitatieschilderingen_-_historie_en_betekenis
- Maarten enderman, Op de vloer in Vughterstraat 19, https://www.erfgoedshertogenbosch.nl/verhalen/op-de-vloer-in-vughterstraat-19
Door Kim Heuvelmans
>> lees hier de andere edities van de BOEi Blog