Ik woon in Nieuwegein, ooit verkozen tot één van de lelijkste plekken in Nederland. Zelf vind ik het er prima wonen en aangezien ik in een gezellige bloemkoolwijk woon met een jaren ‘30 look vind ik mijn directe omgeving ook helemaal niet zo lelijk. De rest van Nieuwegein, tsja, dat zijn gewoon de gebouwen die ik gewend ben, maar mooi? Sommige gebouwen vind ik misschien juist mooi van lelijkheid als ik eerlijk ben. En daarmee kom ik op het onderwerp van deze blog: Architectuur uit de jaren 70 en 80 die ik, en ik denk velen met mij, soms mooi moet leren vinden. Of misschien een betere omschrijving: waarvan we de mooiheid nog moeten leren zien. Hoe meer ik leer over bouwstijlen en bouwtechnieken hoe meer ik ook jonger erfgoed ga waarderen. Inmiddels weet ik dus: zodra ik een stijl beter begrijp en weet wat de gedachte erachter is, dan snap ik de betekenis en zie ik de waarde ervan. Daarom ga ik Nieuwegein als oude groeikern met al haar bloemkool- en Vinex-wijken steeds meer waarderen.
Nieuwegein
Nieuwegein kwam recent twee keer voorbij in monumentennieuws: ze hebben in februari via de Erfgoed Deal €556.000,- toegekend gekregen voor het project ‘Toekomst Schoolgebouwen Nieuwegein’. In dit project gaan ze de vele scholen uit de jaren 70 inventariseren en bij drie scholen uitzoeken hoe ze de cultuurhistorische waarde van de gebouwen kunnen meenemen in een noodzakelijke vernieuwing. De karakteristieke scholencomplexen staan midden in de bloemkoolwijken uit de jaren 70. De plannen om de scholen te slopen en te vervangen voor nieuwbouw zijn van de tafel en het project gaat gebruikt worden om erfgoed uit de periode Post 65 positief onder de aandacht te brengen.
Het tweede nieuwsmoment was een korte special over Nieuwegein in het laatste nummer van Heemschut (jaargang 97, nr 1). Daarin schrijft Marlies Adriaansen: ‘Soms hebben onooglijke objecten een historische betekenis voor een stad en de (architectuur) geschiedenis. Zo kan gediscussieerd worden of bepaalde gebouwen gehandhaafd zouden moeten worden.’ In Nieuwegein worden veel kantoorgebouwen herbestemd tot woningen maar wordt her en der ook gesloopt. Interessant zou zijn om te onderzoeken of er verschillend wordt gedacht over deze gebouwen door omwonenden en professionals. Uit het bovengenoemde project blijkt in ieder geval dat bij de gemeente bewust wordt nagedacht over het omgaan met nieuwer erfgoed.
Aandacht voor Post 65
De ontwikkelingen in Nieuwegein staan natuurlijk niet op zichzelf. Heemschut scheef in 2017 al een advies over hoe om te gaan met post 65 architectuur. De aandacht voor Post 65 erfgoed wordt sinds de Verkenning Post 65 door de RCE uit 2019 langzaam groter. De RCE stelt dat de waardering voor het erfgoed uit de periode na 1965 nog gering is, zowel bij deskundigen als bij het brede publiek en dat er nog veel onderzoek gedaan moet worden naar de betekenis van dit erfgoed. Het daarbij behorende risico is dat met de grote bouwdrift in Nederland veel van het jongere erfgoed al met de grond gelijk wordt gemaakt nog voordat het algemeen wordt gewaardeerd en daardoor behouden.
Ook bij BOEi kun je zien dat we steeds meer aandacht hebben voor erfgoed van na 1965. In onze adviesopdrachten komen langzaamaan meer gebouwen voorbij uit de tweede helft van de twintigste eeuw, vooral scholen en postkantoren. Veel van de panden zijn inmiddels toe aan een verbouwing, herbestemming of zijn rijp voor de sloop. Ook merken we dat gemeentes aan het onderzoeken zijn of sommige Post 65 panden op de monumentenlijst zouden moeten komen.
Wat zijn nu deze Post 65 panden? Het zijn veel kantoren en woningbouw. Daarnaast veel culturele en openbare gebouwen (scholen en universiteiten, gemeentehuizen, bibliotheken en buurtcentra) en omgevingskunst en landschapskunst. De architecten hadden in die tijd veel aandacht voor de leefbaarheid in en om de gebouwen en experimenteerden hiermee. Er was veel aandacht voor de menselijke maat. In woonwijken leidde dit tot woonerven en bloemkoolwijken en experimenten met paalwoningen en bolwoningen, zie bijvoorbeeld het Eendennest in Nieuwegein en de bol woningen door Dries Kreijkamp in Den Bosch. De belangrijkste architectuurstroming is het structuralisme en ook het brutalisme komt voor.
BOEi en Post 65
Zelf hebben we sinds kort een Post 65 gebouw in de portefeuille: de Bankastudios ofwel het voormalige gebouw van de Regionale Omroep Zuid in Maastricht uit 1977. Bij BOEi hebben we veel relatief jonge monumenten: het grootste gedeelte is gebouwd tussen de laatste helft van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw. Maar na de eeuwwisseling wordt het vrij stil: een kantinegebouw uit 1951, een schoorsteen uit 1955 en de Rietveldkerk uit 1964 en dan houdt het op. BOEi is blij een bijdrage te kunnen leveren aan het behouden van dit nieuwe erfgoed. En dus zijn we natuurlijk extra blij met deze nieuwe aanwinst. Het is immers een bijzonder gebouw.
En daar komt het weer: nu ik er langer naar gekeken heb denk ik ‘dat is toch echt boeiend’. Uiteraard speelt het verhaal van de Bankastudios een grote rol voor de waarde en de waardering Deze plek speelde een belangrijke rol in de omroepgeschiedenis van Nederland. Maar ook de architectuur en de omgeving spelen mee. Het gebouw ligt in een park wat samen met het pand ontwikkeld is. Het pand is een goed voorbeeld van het erfgoed van de jaren zeventig, met een skeletconstructie, vrij indeelbare ruimtes en sandwichpanelen aan de buitenkant.
door Kim Heuvelmans
Meer weten? Bekijk dan hier de website van de RCE over Post 65
>> lees hier de andere edities van de BOEi Blog