Jop Fackeldey is voorzitter van het landelijke Programma Stedelijke Transformatie. In het kader van 25 jaar herbestemmen in Nederland ging BOEi met hem in gesprek. Fackeldey: “Als voorzitter van het Programma voer ik gesprekken en faciliteer de herbestemming van cultureel erfgoed. Niet als een doel op zich, maar vanuit de overtuiging dat we de rol en functie van erfgoed in het stedelijke weefsel moeten respecteren.”
Door Paul Alzer. Foto: Patricia Pietersen
Vóór zijn betrekking bij het programma Stedelijke Transformatie vervulde Fackeldey drie periodes (12 jaar) de rol van wethouder in Lelystad met de portefeuille Wonen en Volkshuisvesting. Fackeldey: “In die rol heb ik ook te maken gehad met de concrete herbestemming van bebouwing in Lelystad. Alhoewel Lelystad een nog jonge stad is, valt er toch genoeg te transformeren. Bij het Programma Stedelijke Transformatie spelen op het moment een dertigtal projecten, waarbij sprake is van transformatie en herbestemming in een heel breed spectrum.”
“Als wethouder van Lelystad was ik verantwoordelijk voor de transformatie en herbestemming in de stad. Bij het Programma Stedelijke Transformatie werken we volgens drie lijnen aan transformatie: kennisdeling, daadwerkelijk hulp bij het versnellen van projecten en opleidingen en lesprogramma’s. De kennisdeling is belangrijk en speelt om actuele thema’s als bv cultuurhistorie, bekostiging van onrendabele toppen bij investeringen in transformatie, maar ook verkeer rondom transformaties.”
Waarom hecht u belang aan herbestemming van erfgoed?
“Herbestemming en behoud van cultureel erfgoed is voor mij waardevol om twee redenen. Ten eerste geloof ik in behoud door gebruik; een nieuwe rol en functie voor gebouwen waarbij kenmerkende elementen worden gerespecteerd zorgt voor behoud van gebouwen, straten en omgevingen die waardevol zijn voor een stad en ook voor de mensen, die hun herinneringen eraan ook terug kunnen vinden. Ten tweede is er een opgave op het gebied van woningbouw waarbij verdichting en verstedelijking een belangrijke rol speelt. De emotie en herinneringen aan een plek kunnen behouden blijven en tevens kan er nieuwe woonruimte gecreëerd worden op strategische plekken in de stad.”
Fackeldey vervolgt: “In Lelystad ben ik gegrepen door de paradox van stedelijke transformatie in een nog zo jonge stad, waar men de redenen voor de aanvankelijke stedelijke structuur nog goed kent, maar waar de transformatieopgave ook op dezelfde plek zichtbaar is. Als voorbeeld hiervoor vraagt nu de omgeving van het Lelycentre in Lelystad de aandacht, vanwege de leegstand door het vertrek van rijksdiensten en de opgave om voor dit deel van de stad een aantrekkelijke nieuwe toekomst te ontwikkelen.”
Wat lag volgens u ten grondslag aan herbestemming?
“De grondslag is heel verschillend, maar veelal zijn toch burgerinitiatieven vanwege de emotie van een plek het begin. Dat in combinatie met het belang dat de politiek geeft aan een plek of initiatief.”
Welk erfgoed wordt in uw ogen vergeten?
“Ik kan me voorstellen dat gezien de opgave die Nederland heeft voor de waterhuishouding, het behoud van de eigendommen van waterschappen, zoals dijken, waterkeringen, gemalen, die ook kenmerkend zijn voor Nederland, een spannende uitdaging is.“
Zijn er ook nieuwe functies die niet goed passen?
“Het kan misgaan wanneer bij herbestemming de historische waarde van een gebouw niet behouden of gerespecteerd wordt. Dat kan heel gevoelig liggen en problemen geven. Juist het behouden van de oude structuur van de gebouwen, heeft er bij de Hallen in Oud-West in Amsterdam voor gezorgd, dat het proces lang duurde, overigens in mijn ogen wel met een geslaagd resultaat.”