‘Tabula scripta’, het beschreven blad, heette het lectoraat Architectuur (2014-2019) op de Academie voor Bouwkunst in Amsterdam van architect Floris Alkemade, sinds 2015 Rijksbouwmeester. “Dat is waar herbestemmen over gaat. Niet opnieuw beginnen maar voortborduren op wat eerdere generaties al gedaan hebben.”
Door Sabine Ticheloven
“Ik vind het een leuke en interessante manier van ontwerpen en nadenken. Normaal begin je als architect met een vraag en heb je op het eind een gebouw. Nu begin je met een gebouw en moet je er als het ware de vraag bij gaan ontwerpen. Het bestaande niet als een beperking zien, maar juist een kans om de potentie van de plek optimaal te benutten.”
In de functie van Rijksbouwmeester adviseert Alkemade (on)gevraagd over de architectuur en de stedelijke omgeving van het Rijksvastgoed, zoals bij de renovatie van het Binnenhof, dat inmiddels al veel stof heeft doen opwaaien: “De Tweede Kamer zal tijdelijk verhuizen naar het gebouw van het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken. Er komt een nieuwe entree, commissiezalen op de begane grond en de plenaire zaal zal bijna identiek zijn aan de huidige plenaire zaal, zelfs de bekende blauwe stoelen verhuizen mee. Plotseling zie je dat zo’n ministerie – dat in eerste instantie alleen maar als ministerie geschikt leek – met wat gerichte bewerkingen alles in zich heeft wat het heel specifieke gebruik van een Tweede Kamer nodig heeft. Het toont de mogelijkheid die herbestemming heeft om gebouwen die lastig bruikbaar lijken, via ontwerp- en verbeeldingskracht toch een tweede leven te geven. Met een nieuwe, mooie en sterke identiteit.”
Gebouwen hergebruiken is vaak ook veel duurzamer dan sloop en nieuwbouw, niet onbelangrijk in het huidige klimaatdebat. “Niet alleen monumenten maar ook modernere gebouwen kun je herbestemmen. Vaak vinden mensen de architectuur van de vorige generatie lelijk en willen ze het daarom slopen. Maar met een goede ontwerper die een aantal zaken verandert, verbetert of toevoegt kan het gebouw ineens een verrassende schoonheid krijgen met een enorme praktische toepasbaarheid. Doordat de eigen generatie een laag toevoegt wordt de architectuur gelaagder en veel interessanter.”
Als Rijksbouwmeester adviseert Alkemade ook over de functies en mogelijke herbestemming van gebouwen en gronden die het Rijk niet meer nodig heeft: “Een aantal jaren geleden was het beleid om veel af te stoten. Nu blijkt dat het Rijk veel gebouwen toch nog nodig heeft is dat een stuk minder. Bij belangrijke gebouwen die toch nog verkocht gaan worden, onderzoeken we eerst wat de toekomstige functie kan zijn, afstoten is mijns inziens nooit uitsluitend een verkoopproces. Rijksvastgoed is immers met publiek geld verworven en moet daarom ook bij afstoten een publieke zaak dienen. Hoe publieker de nieuwe bestemming, hoe beter, wat mij betreft.”
Met de schaalvergroting op het platteland en het (gedwongen) stoppen van boeren is er een grote leegstand in het agrarisch erfgoed. “Inmiddels zit bijna de helft van alle startups op het platteland, vaak ook in boerderijen en leeggekomen stallen. Deze spotgoedkope beschikbare ruimten bieden uitkomst voor mensen met veel ideeën maar weinig geld. Maar we zien nu ook andere ontwikkelingen waarbij op boerenerven maatschappelijke functies ondergebracht worden. Het herbestemmen biedt hier een deel van het antwoord op de enorme zorgvraag waar we nu voor staan, mede veroorzaakt door de vergrijzing.”
Alkemade vervolgt: “Er is op alle fronten een vernieuwingsslag bezig die ook samenhangt met huidige discussies zoals die over stikstof. Veranderingsprocessen gaan gepaard met veel protesten maar iedereen begrijpt heel goed dat er een aantal zaken anders zullen moeten. Dat gaan we ook op het platteland zien, dit is het speelveld waar de toekomst van Nederland bepaald gaat worden.”