De Zwarte Silo in Deventer, een 100 jaar oude voormalige graansilo aan de binnenhaven in Deventer, is onlangs onzichtbaar verduurzaamd door de stortkokers deels vol te storten met cellulose. Het is voor het eerst dat een monument in Nederland op deze manier wordt geïsoleerd. Het gaat om een pilot. Deze aanpak moet zorgen voor een comfortabeler binnenklimaat in de evenementenlocatie; ook zullen de stookkosten flink afnemen. Cellulose is tot pulp vermalen krantenpapier, een afvalproduct, en heeft een hoge isolerende waarde.
“Deze vorm van verduurzamen is niet zichtbaar, maar wel voelbaar”, zegt Arno Boon, directeur van BOEi, eigenaar van de Zwarte Silo. “Verduurzaming heeft bij BOEi topprioriteit, en bij monumenten vraagt dat om innovatie en improvisatie. Stel dat deze aanpak goede resultaten geeft, dan kan dat van groot belang zijn voor de verduurzaming van veel meer industrieel erfgoed en monumenten.”
“Cellulose is relatief goedkoop en eenvoudig aan te brengen, juist op moeilijk bereikbare plekken zoals een silo van 20 meter hoog”, vult bouwkundige Bart Kerkdijk van BOEi aan. “De cellulosepulp is met een pomp en lange slangen van bovenaf in de lege silobuizen geblazen. Het is een circulair product en deze aanpak is bovendien reversibel. Mocht de isolatie niet het verwachte effect hebben, dan kan dit materiaal er eenvoudig weer uit worden gezogen.”
Warmteplan uit Brummen is de samenwerkingspartner van BOEi bij deze pilot. Zij leveren de cellulosepulp en brengen deze aan. Inmiddels is ook een tweede ‘kathedraal van het platteland’, de silo in Wehl, op dezelfde manier aangepakt. Voordeel van deze methode is dat het monumentale en robuuste karakter van de binnenruimte bewaard blijft
De Zwarte Silo in Deventer werd in 1924 gebouwd voor de opslag van graan en is sinds 2012 eigendom van BOEi. Daarvoor stond het gebouw ruim 30 jaar leeg. Sinds de herbestemming is de Zwarte Silo een blikvanger in het nieuw ontwikkelde havenkwartier van Deventer.