Een van de grootste nog bestaande gebouwen op het Quarantaineterrein in Rotterdam is het Ontsmettingsgebouw. Naar dit pand werden nieuwkomers op het eiland geleid om ontsmet te worden. Er is helaas veel gesloopt of dichtgemaakt in het interieur en je kunt daardoor nu niet helemaal zien hoe het pand oorspronkelijk in elkaar zat. En de indeling maakte het pand juist bijzonder, want dit gebouw is niet zomaar een gebouw, het is de vertolking van een medisch proces. Met goed kijken en wat hulp van de bouwtekeningen is te reconstrueren hoe het gefunctioneerd moet hebben.
“..de westelijke zijde was de ‘onreine’ of ‘besmette’ afdeling en de oostelijke zijde de ‘reine’ afdeling.”
Het gebouw is grotendeels symmetrisch ingedeeld waarbij de westelijke zijde de ‘onreine’ of ‘besmette’ afdeling was en de oostelijke zijde de ‘reine’ afdeling. Deze indeling vormt de basis voor de ontsmetting die de patiënt onderging en die ten doel had de verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan. Goed om te weten, als je nu vanaf de weg naar het gebouw kijkt, zie je eigenlijk de achterkant. Aan deze zijde is het ketelhuis voor de ontsmettingsovens. Patiënten en medisch personeel kwamen binnen aan de andere zijde, die aan de kant van het water ligt. In het oorspronkelijke plan zouden patiënten ook via de waterzijde het eiland betreden.
De gang van de patiënt door het gebouw
De patiënt kwam het Ontsmetttingsgebouw binnen via deur naar de onreine afdeling en nam plaats in de ‘onreine wachtkamer’ (Volg de rode pijl op de plattegrond). Daarna kwam hij of zij via een deur in een gang met kleedhokjes waar ook een ruimte was waar men zich kon scheren. De kleedhokjes zijn er niet meer, maar in het atelier van Liesbeth Bulk kun je de aftekening van de hokjes nog lezen in de vloer. Patiënten werd gevraagd al hun kleding achter te laten in de onreine zijde van het gebouw.
Volgens Bulk werd de kledinge verzameld op een zware stalen kar die zij buiten in het groen terugvond toen zij het atelier betrok. De kleding werd rechtstreeks de ovenruimte ingereden aan de zuidzijde van het gebouw om ontsmet te worden. Ook die ruimte had een onreine en een reine zijde, die van elkaar gescheiden waren met een muur. Kleding en bezittingen gingen via de ovens door deze muur heen, maar personeel kon deze barrière niet zomaar oversteken om besmetting van de reine kant te voorkomen. Een paar van de indrukwekkende overs zijn nog aanwezig.
De patiënt die zich had uitgekleed, ging ondertussen door een smalle gang naar de middenruimte van het pand, waar men zich kon douchen. Daarna liep de patiënt naar de oostelijke zijde van het gebouw en betrad daarmee de reine zijde. Hier kon hij zich in een vrijwel identieke ruimte met kleedhokjes weer aankleden. Zijn kleding had inmiddels ook de reis van de onreine, naar reine zijde van het gebouw afgelegd en werd gedesinfecteerd teruggegeven.
De patiënt nam nu plaats in de ‘reine wachtruimte’ en er vond een medische controle plaats. Tot slot kon de patiënt via de uitgang aan de reine zijde weer naar buiten. Ook buiten was het terrein ingedeeld in zones en looproutes, gescheiden van elkaar met hekken en ligusterhagen, om de kans op besmetting zo klein mogelijk te houden. De patiënten werd een plek toegewezen in de zieken- of verblijf-zalen tot zijn ziekte of quarantaine voorbij was. Heel soms mocht de patiënt meteen doorlopen naar het lijkenhuis…maar dat kwam in de praktijk maar heel af en toe voor.
Tekst Jobbe Wijnen 2022
Fotografie: Jobbe Wijnen en Jan van Dalen