Bij de restauratie van De Bovenste Polder, een voormalige steenfabriek in Wageningen, was in 1995 al veel aandacht voor goede isolatie en duurzaamheid. Wat destijds technisch nog niet kon of vanwege regelgeving niet mocht, wordt nu alsnog aangepakt.
Aantasting van het rijksmonument
De warmtepomp die bijna 30 jaar geleden bij de steenfabriek in de uiterwaarden werd geïnstalleerd, heeft nooit goed gefunctioneerd. In die tijd was het een relatief nieuwe techniek waarbij op 50 meter diepte water opgepompt zou worden dat bij een retourbron 40 meter verderop weer terug de grond in moest gaan. Dat lukte niet en er kwam lucht in het systeem waar de pomp kapot van ging. De warmtepomp werd na enige tijd ontmanteld, er kwam een gasleiding en er werd een gasketel geïnstalleerd. Ook de zo gewenste zonnepanelen, die op het binnenvlak, de zakgoot van het dak, zouden worden geplaatst, kwamen er niet. Aantasting van het rijksmonument, oordeelde de betrokken ambtenaar. Het installeren van lage temperatuurverwarming in de vorm van vloerverwarming, lukte wel. Ontwikkelingsmanager Han Wartna van BOEi: “Onze inzet toen was: zoveel mogelijk isoleren en verduurzamen. Alles voldeed aan de bouwvoorschriften en duurzaamheidsnormen van díe tijd. Maar nu wil je wat beters.”
Warmtepomp met oppervlaktewater van de Rijn
De herbestemming van de voormalige steenfabriek is een succesverhaal. Er zijn twee woningen gerealiseerd, er zijn oefenruimtes voor bands, ateliers voor kunstenaars en er is opslagruimte voor de plaatselijke kanovereniging. De verduurzaming kan nu wél voortvarend worden aangepakt, zegt Wartna. “De technische mogelijkheden zijn nu veel groter en de regelgeving is veranderd.” Dat laatste betekent dat die warmtepomp er alsnog komt, en dat die gebruik kan maken van het oppervlaktewater van de Rijn. “Een methode die 30 jaar geleden ondenkbaar was, maar nu door veranderde regelgeving wel is toegestaan. Het is een gesloten systeem waarbij het water weer teruggaat naar de rivier.” De capaciteit van die pomp wordt zodanig groot, dat er ook een aftakking van de warmwaterleiding naar het nieuwe clubgebouw van de waterscouts kan worden aangelegd, die daar vlakbij zitten. “Zij zetten een nieuw, goed geïsoleerd gebouw neer, maar zouden een eigen warmtepomp moeten installeren omdat ze geen stikstof mogen produceren. En ze gebruiken hun clubgebouw eigenlijk alleen op zaterdagen,” Op het dak van dat nieuwe clubgebouw ligt straks 200 vierkante meter aan zonnepanelen: genoeg voor het elektragebruik van de bewoners en gebruikers van de voormalige steenfabriek. Wartna: “Het hele terrein kan van het gas af en we produceren geen CO2 meer.”
Vacuümglas in nieuwe kozijnen
De voormalige steenfabriek zelf, met ateliers en oefenruimtes, zal zoveel mogelijk ‘kierdicht’ worden gemaakt. “Het is een enorm groot gebouw en deels een houten constructie: je kunt niet alles doen, dat is te kostbaar. We kijken hoever we komen met strips, compriband en alles wat er in de handel is.” Het complex krijgt wel allemaal nieuwe kozijnen. Het monumentenglas dat daar nu tussen roedes in zit (veel koudebruggen!), wordt vervangen door vacuümglas in nieuwe kozijnen. Waar monumentenglas nauwelijks enige isolerende waarde heeft, is dat bij vacuüm getrokken glas juist wel een kenmerk. Wartna: “Dat heeft de grootste isolerende waarde en het is toch relatief dun. Als je weet wat er is gebeurd zie je het als je er met je neus bovenop zit, maar zo op het oog zie je er helemaal niets van. We tasten absoluut de monumentale waarde van het complex niet aan. Het scheelt enorm veel in comfort en op de energierekening.”