Nieuw leven voor betekenisvolle gebouwen? Het begint bij een haalbaarheidsonderzoek. Lees meer

BOEi viert in 2020 en 2021 haar 25-jarig bestaan

BOEi, de Nationale Maatschappij tot Restaureren en Herbestemmen van Cultureel Erfgoed, bestaat in 2020 25 jaar. Een kwart eeuw succesvolle herbestemming van fabrieken, watertorens, boerderijen, kerken, kloosters, gevangenissen, schoorstenen en gevangenissen. Op deze pagina verzamelen wij verhalen, video’s en onderzoeken rondom 25 jaar herbestemmen in Nederland.

“Bij de wijze waarop de overheid haar monumentale bezit afstoot hoort niet de grootste opbrengst de doorslag te geven, maar de beste toekomst voor het monument.”

 

Leonard de Wit was als jurist in het verleden intensief betrokken bij wetgevingsprocessen, zoals de implementatie van het Verdrag van Malta (1992) en recenter bij de totstandkoming van de nieuwe Erfgoedwet in 2016: “Wat mij altijd mateloos interesseert is de rol van de overheid. Hoe kan de overheid stimuleren dat erfgoed goed gebruikt wordt bij de ontwikkeling van onze leefomgeving? Het stimuleren van herbestemming is daar een aspect van.”

Door Erik Luermans

“Mensen hebben nog wel eens de neiging om problemen op het bordje van de overheid te leggen, en tegelijk te klagen over bemoeienis en regeltjes. Daar moet je je als overheidsdienaar niet al te veel door laten leiden. Hou zicht op wat je wil bereiken en bedenk wie je daarbij wil helpen met regels, geld of kennis. Zo is een voortdurende vraag wat goed genoeg is om te subsidiëren. Voor je het weet breng je belastinggeld naar zaken die je helemaal niet wilt stimuleren of je subsidieert zaken die ook zonder jouw bijdragen wel tot stand komen. Bedenk daarbij niet alleen waar je geld aan uitgeeft, maar ook aan wie je het geeft.”

Juist om die reden vindt De Wit het belangrijk dat we trots kunnen zijn op de Nederlandse trustsituatie voor het beheer van het monumentale erfgoed: “Er zijn veel organisaties, in de hoedanigheid van stichting of niet, die regionaal zijn geankerd en die zich op allerlei mogelijk erfgoed richten: op de molens in de streek, op monumentale woonhuizen of boerderijen, op oude kerken zoals de Stichting Oude Groninger Kerken, of de stadherstellen en Hendrick de Keyser. In dat rijtje neemt BOEi een bijzondere plek in omdat het zich toelegt op de herbestemming van moeilijk te exploiteren  industrieel, agrarisch en religieus erfgoed. Daarnaast zijn er nog clubs als Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Landschappen die vanuit een andere traditie veel monumenten beheren. Met lastige exploitaties en herbestemmingsopgaves hebben ze allemaal te maken. Deze organisaties combineren idealisme, verstand van erfgoed met de kennis, kunde en ondernemingszin om duurzaam te beheren. En als je vaststelt dat die combinatie van factoren bij een organisatie aanwezig is, dan behoor je die organisaties de wind in de zeilen te geven.”

Volgens De Wit rust goed herbestemmen op drie pijlers: “Er moet veel deskundigheid zijn over de cultuurhistorische waarden van het monument of object, herbestemmen als zodanig moet mogelijk zijn, en er moeten natuurlijk de middelen zijn om een en ander uit te voeren. Het is aan de overheid om de serieuze partijen waar mogelijk te ondersteunen.”

“Een andere strategie is dat de overheid zelf de touwtjes in handen houdt via een eigendomspositie. Maar daar geloof ik niet zo in. Ondanks veel goede bedoelingen blijkt het moeilijk om binnen het publieke domein voldoende ruimte te krijgen om met enige ondernemingszin erfgoed te beheer en herbestemmingen te realiseren. Je ziet dat de overheid meer en meer van hun monumentaal bezit gaat afstoten. De wijze waarop dat gebeurt is natuurlijk relevant. Niet de grootste opbrengst hoort de doorslag te geven, maar de beste toekomst voor het monument. Het liefst zie je dat partijen zich over deze monumenten ontfermen die met liefde, passie en kennis van zaken beheer en ontwikkeling op zich nemen. En dan nog kan het pijn doen.”

“Zo is de waarde van een kerk meestal lastig verenigbaar met herbestemming. Daar zit vrijwel altijd pijn, vanuit de geloofsgemeenschappen, of vanuit bewoners, en belangenorganisaties. Het gaat dan meer om vertrouwen onderling tussen de betrokken partijen, en in het proces en de uitvoerders. Het mooist is als er vertrouwen is in de ontwikkelende partij, dat er in het ontwikkelproces de juiste keuze worden gemaakt, en dat het eindresultaat een toegevoegde waarde heeft voor de publieke zaak.”

De Wit weet dat herbestemmen van erfgoed voor de RCE van cruciaal belang is:  “Herbestemmen is van alle tijden en is ook een economisch gegeven. Ontwikkelingen staan niet stil en als monumentale gebouwen hun functie verliezen, dan zijn er ondernemende partijen nodig die daar mee aan de gang gaan. Om daaraan bij te dragen heb je een overheid nodig die niet al te afwachtend is. De BOEi’s van deze wereld zijn geholpen met langjarige zekerheid over financiële middelen, heldere kaders over restauratiekwaliteit, toegang tot kennis, en meer voorspelbaarheid in vergunningprocedures. Niet zelden is dat laatste nog het grootste knelpunt. Een wantrouwende overheid kan knap lastig zijn.”

“Het is aan ideële trustorganisaties, zoals BOEi, om het vertrouwen te verdienen; en tegelijk aan de overheid om dat dan ook daadwerkelijk te geven. Als de overheid vertrouwen geeft dan kan er sneller vooruitgang worden geboekt bij herbestemmingsprocessen. Waarom zou je niet een stap verder gaan en het vergunningsstelsel voor aangewezen ideële trustorganisaties met een goede staat van dienst minder zwaar maken?”

Terug naar BOEi.nl/25jaar