Hoffman is een familiebedrijf dat zich bekwaamd heeft in restauratie en renovatie. In 2005 speelde het een rol bij de succesvolle herbestemming van de DRU fabriek in Ulft. Directeur Eric Hoffman: “Vanaf dat moment zijn we veelvuldig al dan niet via BOEi als bouwbedrijf bij herbestemming van monumenten actief.”
Door Erik Luermans
De herbestemming van de DRU gaf een bijzondere impuls aan het bedrijf. “Wat daar in Ulft vooral speelde, was het feit dat je bij restauratie van zulk uiteenlopende monumenten in eerste instantie geneigd bent om de klare lijn van het monument te volgen. Als dat budgettair moeilijk of onmogelijk wordt, moet je in goed vertrouwen met de partners naar creatieve oplossingen gaan zoeken. Oplossingen die de kwaliteit van het gebouw respecteren, maar die ook goede garanties bieden voor hergebruik met andere en wisselende functies.”
“Bij herbestemmen spelen naast deze expertise ook de betrokkenheid van de bewoners, vroegere werknemers en het lokaal bestuur een bepalende rol. Het proces en resultaat moet gedragen worden door de omgeving. Dat speelt bijvoorbeeld ook bij de restauratie van de ENKA fabriek in Ede, waar we de Westhal hebben gedaan. Wij zijn echt een ambachtelijk bedrijf: wij voeren zo veel mogelijk alles zelf uit. En bij zulke mega projecten is het ook pionieren. Dat maakt het ook interessant voor ons.”
Volgens Hoffman is herbestemmen precisiewerk in verschillende opzichten: “Herbestemmen betekent dat je een goede toekomst voor een monument vindt. Restaureren voor leegstand doet men in Nederland niet gauw, hooguit bij een icoon van een gebouw. Je zult altijd naar nieuwe functies moeten zoeken en dat vergt ook veel inventiviteit bij de restauraties en renovaties van de monumenten. Het luistert heel nauw, hoever mag je, kun je, of moet je gaan. Een goede exploitatie en beheer van het gerestaureerde object is om meerdere redenen van belang.”
Hoffman ziet verbeteringsruimte voor de invulling van de eigen rol door de overheid: “Restauratie en herbestemmen is laat-cyclisch, is minder conjunctuurgevoelig, maar blijven als activiteit natuurlijk kwetsbaar. Als de economie achteruit holt, heeft de overheid andere prioriteiten. Een ondernemer moet daarom ook in dit vak altijd creatief en innovatief zijn, hij moet anticiperen en meebewegen. Erfgoed wordt breed, steeds breder gedefinieerd. Religieus erfgoed neemt in belang toe en het herbestemmen daarvan valt niet altijd mee. De overheid zou misschien wat meer signalerend moeten zijn, wat minder blijven hangen in bureaucratie en meer open moeten staan voor noodzakelijke snelle acties of beslissingen. Ook het bewaken, onderhouden en door laten stromen van kennis en expertise binnen de ambtenarij zou dit vakgebied ten goede kunnen komen. Want we hebben elkaar hard nodig.”
Kijkend naar de herbestemmingspraktijk in Nederland: “Erfgoed moet wel een ziel hebben en een verhaal hebben en dat verhaal moet zichtbaar zijn in de herbestemming en iets betekenen voor het grote publiek. Het zou mooi zijn als er ook meer aandacht zou ontstaan voor het herbestemmen van het roerend erfgoed, zoals hijskramen of machines. Dat speekt veel mensen aan. Bij herbestemmen is het van belang dat de architecturale waarden in tact blijven, respectvol wordt benaderd. Bijna elke nieuwe functie is goed, maar je moet wel kritisch blijven. Het karakter van het monument moet mede leidend zijn voor de keuze van nieuwe functies. Ik heb het idee dat Nederland veel goeds doet met het erfgoed en het herbestemmen ervan, gelukkig maar.”