“Kunst en erfgoed is niet de kers op de taart, maar de bakbodem van onze beschaving”, zo stelde Alexander Pechtold bij de presentatie van zijn advies (‘Van terughoudend naar betrokken’) aan minister Ingrid van Engelshoven in september 2019. Na de ophef over de verkoop van een tekening van Rubens door prinses Chistina voor maar liefst 7,2 miljoen euro, stelde de minister een speciale commissie in om onderzoek te doen naar de bescherming van ons cultureel erfgoed. Pechtold concludeerde, als commissievoorzitter, dat het met die bescherming onvoldoende gesteld was.
Door Sabine Ticheloven
Met zijn kunsthistorische achtergrond is voormalig D66 leider Pechtold betrokken bij het cultureel erfgoed. Eerst als wethouder in Leiden, waar hij ook monumentenzorg en cultuur in zijn portefeuille had, later ook als burgemeester in Wageningen. “Als partijleider diende ik in 2016 in de Tweede Kamer, samen met Gert-Jan Segers van de Christen Unie, ook enkele moties in gericht op onder meer extra financiering voor het behoud van religieus erfgoed. Het motto dat ons toen verbond was: ‘Of je er nu inzit of omheen loopt, je kunt allebei gevoel hebben bij een kerk’.”
Sinds vorig jaar is hij aangesteld als voorzitter van de stuurgroep die de renovatie van het Binnenhof in goede banen moet leiden. “Laatst zag ik wat oude foto’s van het Binnenhof. Eind vorige eeuw werden nog historische panden van de voormalige Raad van State met de grond gelijk gemaakt voor de uitbreiding van de huidige Tweede Kamer. In 1992 denk ik dan? Gingen ze toen dit soort dingen nog slopen? Ja, dus.”
“Ik merk dat er ongelooflijk veel aandacht is voor de historie van het Binnenhof, maar we moeten oppassen dat we niet alles Anton Pieckachtig maken. Een argeloze bezoeker zou bij het zien van de Ridderzaal zomaar kunnen denken dat het hele Binnenhof uit de Middeleeuwen dateert, terwijl sommige panden nog geen honderd jaar oud zijn. Het bewustzijn dat historische gebouwen, dorpen en steden niet in een dag gebouwd zijn, maar dat er door de eeuwen heen vaak wordt bij- en aangebouwd, mag er soms wel wat meer zijn.”
Volgens Pechtold is bij herbestemmen de nieuwe functie het belangrijkste. “Een goede functie die een beetje in het verlengde ligt van de oorspronkelijke is de beste zekerheid voor de toekomst. Zoals het voormalige klooster Mariënhage in Eindhoven waar Coöperatie DELA nu eigenaar van is. Ze hebben het getransformeerd tot ceremoniehuizen, congreshotel en een restaurant. In Maastricht zag ik een kerk die herbestemd was tot binnenspeeltuin met plastic ballenbakken. Ik ben niet gelovig, maar daar had ik toch wel moeite mee.”
Restaureren dient volgens hem te gebeuren met respect voor de voorgangers. “Een architect moet complementair willen zijn en in kwaliteit aanvullend. Dat mag best confronterend zijn, zoals het enorme ei met geglazuurde glimmende tegeltjes bovenop het neoclassistische Museum de Fundatie in Zwolle.”
“In mijn tijd als wethouder en burgemeester heb ik gemerkt dat een groot deel van de bevolking graag alles wil behouden zoals het vroeger was. Vaak komt dat voort uit onwetendheid en gebrek aan historische kennis. Maar als gemeentebestuurder moet je het lef hebben om stappen vooruit te maken waar niet altijd iedereen het mee eens is. De vraag is hoe je dat doet. Hanteer je de overvaltechniek of neem je mensen mee in het verhaal waarbij je tot hun verbeelding spreekt? Om Jules Deelder te citeren: ‘We kunnen niet eeuwig met zijn allen door de zeventiende eeuw blijven strompelen’.”