BOEi ontvangt sinds 2006 een structurele bijdrage van de VriendenLoterij en heeft daarmee de meest uiteenlopende herbestemmingsprojecten door het hele land kunnen verwezenlijken. Volgens Daan Peters, managing director van de VriendenLoterij, zorgt elk project van BOEi voor een gevoel van trots en mede-eigenaarschap in de lokale gemeenschap. “Rotte kiezen worden hotspots en daar hebben heel veel mensen plezier van.”
Door Michiel Rohlof
Daan Peters werkt inmiddels 26 jaar bij de VriendenLoterij en klom in die tijd op van medewerker Ledenservice tot één van de drie managing directors, verantwoordelijk voor onder andere marketing, televisie, evenementen en partnerships. De ontstaansgeschiedenis van het fenomeen goede doelenloterij gaat terug tot de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen er door verschillende maatschappelijke instanties goede doelenloterijen werden georganiseerd, onder andere voor de wederopbouw van het land. Goede doelen als Prins Bernhard Cultuurfonds, SKAN Fonds en Koning Juliana Fonds en later Humanitas lanceerden hun eigen loterijen. Deze werden bekend als de VriendenLoterij (sinds 1961) en de VriendenLoterij (sinds 1989). In 1989 werd ook de basis gelegd voor de Postcode Loterij. Rond de eeuwwisseling kregen deze loterijen een duidelijker profiel richting het publiek: de Postcode Loterij voor mens en natuur, de VriendenLoterij voor welzijn en sport en de VriendenLoterij voor cultuur en monumenten. Samen vormen ze de Nationale Goede Doelen Loterijen.
“Het loterijveld is dus veel in beweging geweest, en binnen die gefragmenteerde sector is er in de afgelopen 30 jaar een uniek loterijbedrijf opgebouwd”, aldus Peters. “Het succes van de Goede Doelen Loterijen kopiëren we ook naar andere landen, waarbij Engeland en Duitsland als belangrijke groeimarkten worden gezien voor het loterijconcept met postcodes.”
Sinds begin deze eeuw zat de groei er goed in bij de VriendenLoterij; in 2019 waren dit de jaarlijkse bijdragen van 800.000 deelnemers, tezamen ruim 80 miljoen euro. Er is gekozen voor stabiel erfgoed, in collecties en stenen. Peters: “Het fijne van dit erfgoed is dat onze deelnemers er van kunnen genieten, er naar toe kunnen gaan. Het prettige van BOEi voor de VriendenLoterij is de landelijke spreiding. Zo kunnen loterijdeelnemers door het hele land zien waar hun geld heen gaat.”
Ook persoonlijk heeft Peters wel ‘wat’ met erfgoed. “Mijn opa was aannemer en mijn vader een liefhebber; hij bracht mij de liefde voor architectuur en design over. Dat probeer ik nu ook bij mijn kinderen en dan is het fantastisch dat we in Nederland zoveel mooie gebouwen bewaren en blijven gebruiken. Je wandelt in ons land letterlijk door de geschiedenis. De waardering voor industrieel erfgoed is van recenter datum, maar de schoonheid is er wat mij betreft niet minder om. Net als vele Nederlanders droom ik van een woning in een oude watertoren, fabriek, boerderij of kerk. Recent was ik ook nog in de Graansilo in Deventer; mijn nichtje exploiteert daar de FoodDock. Waanzinnig hoe een verlaten havengebied daar een bruisend stuk stad geworden is.”
Volgens Peters is dat ook de kracht van een herbestemming: de rotte kiezen in een stad of dorp omtoveren tot plekken waar de gemeenschap weer trots op kan zijn. “Ieder dorp of stad heeft een bepaalde trots op de identiteit, of dat nou de oude industrie is of een bepaald kerkgebouw. Je restaureert dus niet alleen bakstenen, maar zorgt er ook voor dat mensen weer in hun identiteit bevestigd worden en hun verhalen behouden. Dat kan alleen als ook de nieuwe functie publiek aantrekt. Bij herbestemmingen denk ik ook altijd: ‘hoe gekker, hoe beter.’ Met appartementen of winkels onttrek je een gebouw feitelijk aan de openbaarheid. Dan liever lasergamen in een kerk, of minigolfen in een leegstaande fabriek.”
Eén van de missies van de VriendenLoterij is een zo breed mogelijk publiek toegang geven tot het erfgoed in Nederland. Daartoe werd een aantal jaren geleden de VIP-KAART geïntroduceerd, waarmee de circa 800.000 VIP-KAARThouders musea en culturele instellingen kunnen bezoeken. “Dat betekende voor onze partners een compleet nieuw publiek, want loterijdeelnemers zijn een doorsnee van Nederlandse bevolking, en niet het publiek dat in de landelijke politiek wel eens gekscherend de Amsterdamse chardonnay drinkende elite wordt genoemd”, aldus Peters. “Zo kunnen onze culturele partners het ook zien: je hebt in plaats van enkele geldschieters in feite een verzameling van mecenassen goed voor ruim 80 miljoen euro, die graag en vaak bij je langs willen komen. ”
Kijkend naar de toekomst ziet Peters private financiering als van de VriendenLoterij dan ook als kers op de taart voor het cultureel erfgoed. “Het is mooi om te zien dat steeds meer particulieren hun collecties open stellen, zoals museum Voorlinden. Een prachtige aanvulling op het aanbod. Maar ook de musea en culturele instellingen die overheidssteun ontvangen, hebben private fondsen nodig. Behoud van erfgoed is in de basis een overheidstaak, maar met geld van de VriendenLoterij kunnen culturele partners projecten realiseren waar anders geen geld voor is. En daarmee een breder en diverser publiek trekken.”