In 2014 kreeg BOEi de sleutels van de Blokhuispoort in Leeuwarden, een voormalig gevangeniscomplex uit 1860. De insteek was direct om te verduurzamen en innovaties daarbij niet uit de weg te gaan. Ontwikkelingsmanager Marja Mentink: ‘We gingen vooruitstrevend te werk, maar dan krijg je natuurlijk ook met kinderziektes te maken.’ Op het gebied van duurzaamheid viel er een wereld te winnen: ‘Er was nergens isolatie en er werd meer dan 240.000 kuub gas per jaar verstookt.’
Bij zo’n oud complex kijk je eerst naar de mogelijkheden om te isoleren. In dit geval: dakpannen eraf, dak isoleren en daarna pannen er weer op. Voorzetbeglazing plaatsen waar het kan. De bestaande gevels waren nauwelijks te isoleren vanwege het gewenste behoud van de monumentale waarde. Destijds werd biomassa gezien als innovatief en dé manier om duurzaam groene energie op te wekken, dus er kwam een biomassa-installatie. Nu zet men daar wel vraagtekens bij, zegt Mentink. ‘Want bij het verstoken van houtsnippers komt natuurlijk CO2 vrij, en je hebt te maken met transport van het hout van elders naar je ketel. We gebruikten aanvankelijk snoeihout maar de kwaliteit bleek niet goed genoeg en leidde tot storingen in de ketel. Toen zijn we overgestapt op pallethout van Nederlands houtafval.’
Innoveren betekent uitproberen
Voorlopig is biomassa voor de Blokhuispoort nog steeds duurzamer dan aardgas. Dat heeft te maken met de hoge stookwaarde die het complex effectief verwarmt. ‘Een warmtepomp zou voor dit enorme complex niet voldoende capaciteit hebben.’ Vervolgens ontstond het idee om te zoeken naar een manier om ook duurzaam te koelen. Dat leidde tot de komst van een absorptiekoelmachine. Maar de complexiteit van zo’n innovatieve koeler blijkt in combinatie met de bestaande bio-massa ketel erg storingsgevoelig. Innoveren betekent uitproberen en waar nodig bijstellen, erkent Mentink. ‘Bewegingssensoren die aan de verwarming zijn gekoppeld, waren geen succes. Als mensen rustig zaten te werken, ging de verwarming uit. Daar waren onze huurders dus niet blij mee.’ Wel gelukt: ‘Bijna alle verlichting is nu led.’
De binnenplaatsen van het complex zijn uitgesproken stenig. In het jaar dat Leeuwarden culturele hoofdstad was (2018) trok er onder de naam BOSK een ‘wandelend bos’-honderden bomen op karren- door de stad, waarbij op onverwachte plekken ineens uitbundig groen verscheen. De Blokhuispoort was ook één van die plekken. BOSK inspireerde Mentink dusdanig, dat de aanschaf van flinke bomen voor de binnenplaatsen nu nadrukkelijk op het verlanglijstje staat. ‘In de zomer zorgt dat voor natuurlijke verkoeling. We onderzoeken ook de mogelijkheid om mos en sedum op de daken te leggen, zodat die vergroenen en een bijdrage leveren aan de biodiversiteit in dit gebied.’
Altijd kieren te dichten
Er is nog veel te doen, zegt Mentink. ‘Een aantal cellen is in gebruik als winkelruimte: daar staan vaak de deuren open, om zichtbaar te zijn voor klanten. Maar die warmte vliegt natuurlijk onmiddellijk naar boven in zo’n cellengang. Misschien dat infrarood panelen daar beter geschikt zijn, dat is denk ik nog wel een goede verduurzamingsslag.’ Voor een gymzaal, een hele hoge ruimte, staan nivolairs op de wensenlijst. ‘Een plafondventilator die de warmte van grote hoogte weer naar beneden leidt’.
Op dit moment wordt het metselwerk aan de buitenkant van de Blokhuispoort hersteld: scheuren worden gedicht, kapotte stukken aangeheeld. ‘Ook dat scheelt weer.’ Bij zo’n enorm complex zijn er letterlijk en figuurlijk altijd nog wel wat kieren te dichten, zegt Marja Mentink. ‘Maar we zijn op het gebied van duurzaamheid al een heel eind en we komen steeds verder.’