Geef cultureel erfgoed een nieuwe toekomst en steun BOEi! - Doe mee

Sam Minderman op de Dongecentrale Gertruidenberg

20_Dongecentrale_BOEi_Geertruidenberg_Sam_minderman in Donge2.jpg

Ook Bert Minderman’s vader, Sam Minderman, werkte op de Dongecentrale. Bert vertelt: “Mijn vader is geboren in Den Haag en deed de machinistenschool in Scheveningen. In de Tweede Wereldoorlog is hij ondergedoken en is hij via Engeland naar de Verenigde Staten gegaan. Daar kwam hij bij Esso te werken. Tijdens of net na de oorlog, werden heel veel schepen omgebouwd tot tankers, omdat er heel veel brandstof naar Europa moest. Mijn vader werd machinist op één van die tankers, maar werd ziek. Het bleek een blinde darmontsteking te zijn, waarvoor hij werd behandeld in een privékliniek in Wassenaar. Een van de verpleegsters was mijn moeder en zo bloeide er wat op. Nou kwam mijn moeder uit Raamsdonkveer, vlak bij Geertruidenberg. Dus toen mijn vader in 1949 in de Dongecentrale ging werken stopte de trein uit Den Haag eigenlijk zowel bij zijn werk als bij zijn schoonfamilie.

Net als zijn zoon Bert later, maakte ook Sam een deel van zijn eigen gereedschap. “Dit meetlatje had hij altijd bij zich op het werk”, vertelt Bert en laat een stalen liniaal zien. “Hij heeft het zelf gemaakt en zijn initialen staan er nog in, ‘S.M.’ (zie afbeelding) en ook een blok om boortjes voor de boormachine in te zetten. Als hij nachtdienst had en de machines liepen prima, dan was er altijd wel wat tijd om in de mechanische werkplaats een beetje te knutselen. Die werkplaats was toen nog aan de waterkant van de Donge I centrale.”

“Mijn vader heeft hier de watersnoodramp van 1953 meegemaakt. Hij moest uit het dorp komen voor zijn dienst, maar het water was al aan het stijgen. Maar ja, de stroomproductie stond nooit stil, dus hij moest gewoon toch naar de centrale komen. Mijn vader heeft me vaak verteld dat het water al zo hoog stond dat hij over de bielzen van de spoorbrug naar de overkant van de Donge moest kruipen met zijn fiets achter zich aan. Natuurlijk was hij daardoor veel te laat op de fabriek en kreeg op zijn donder, want op de Donge had niemand in de gaten dat er buiten een watersnood aan de gang was. Zover ik weet is de centrale tijdens de ramp ook in bedrijf gebleven.”

“Mijn vader kwam bij de Donge werken als hoofdwerktuigbouwkundige met de verwachting dat hij snel aan de slag kon in de Amercentrale. Die centrale was toen in aanbouw. Zo ver is het helaas nooit gekomen, want midden jaren 50, toen ik een jaar of vier was, werd hij aangereden op weg naar de centrale en lag een tijd in coma. Toen hij eenmaal hersteld was, bleek hij het oude werk niet meer te kunnen doen. Gelukkig mocht hij wel terugkomen op de registratuur (administratie) van de PNEM. Er was één registratuur op de Donge, één op de Amer en één in Den Bosch en mijn vader pendelde elke dag met de BBA bus van Geertruidenberg naar Den Bosch om berichten over te brengen. Iets als fax of email was er in die tijd nog niet. Mijn vader had een speciale tas voor de bedrijfspost en een ‘opklapbare bushalte’. Het was zo afgesproken met de busmaatschappij, dat als hij zijn zending had gekregen hij langs de weg ging staan met zijn bordje ‘BBA STOP’, en dan ging hij zo naar ’s-Hertogenbosch. Daar gaf hij zijn tas af, ging hij even lunchen en kreeg hij een andere koffer weer mee terug. Dan was het weer langs de weg staan met ‘BBA STOP’ en zo kwam hij dezelfde dag weer terug met de post voor hier. Dat heeft hij zo 25 jaar gedaan.”

20_Dongecentrale_BOEi_Geertruidenberg_lineaal_.JPG

Foto boven: Sam Minderman aan zijn bureau als werktuigbouwkundige. Dit hokje stond vermoedelijk net voor de overgang tussen Donge 1 (achter het bureau) en Donge 2 (vóór het bureau). (Foto uit collectie Bert Minderman, oorspronkelijke bron onbekend)

Foto onder: Bert laat het liniaaltje zien dat zijn vader Sam gebruikte als werktuigbouwkundige, met zijn ingeslagen initialen ‘S.M.’.