Ze produceerden oud waalformaat strengpers stenen voor de restauratie van het Centraal Station en de Westerkerk in Amsterdam, maar handgevormde kloostermoppen en Utrechts Plat staan ook op het repertoire. Architecten die op zoek zijn naar ambachtelijke restauratiebakstenen weten: bij steenfabriek Zilverschoon Randwijk in Heteren zijn ze in staat om een perfecte kopie te bakken van een oude steen.
Zilverschoon Randwijk is gespecialiseerd in restauratie stenen. Op het terrein liggen minstens twaalf verschillende kleisoorten, afkomstig van evenzoveel win-plekken, in bakken: van Friese klei tot Belgische en Duitse en Maas-klei. Nieuwe stenen voor restauratieprojecten worden op exact dezelfde manier gevormd als de oude exemplaren: in handvorm, strengpers of vormbak en met elke gewenste afwerking, van gesinterd tot gekamd of met een getrokken structuur: alles kan.
Computergestuurd stookproces
Op deze plek langs de Neder-Rijn worden al sinds 1839 stenen gebakken. Vroeger in veldovens, daarna in kolengestookte ovens, tegenwoordig op gas en in de toekomst wellicht op waterstof of een andere duurzame brandstof. Directeur Derck Zilverschoon: ‘In 2002 zijn we van kolen overgestapt op gas. Het stookproces is helemaal computergestuurd. We hebben zo meer controle op het eindproduct. Alle stenen die uit de oven komen zijn kwalitatief goed en bruikbaar. Voorheen zaten er door temperatuurverschillen en een veranderend zuurstofgehalte nog wel mindere stenen tussen.’
De fabriek verstookt ongeveer een miljoen kuub gas per jaar en wil graag overstappen op een duurzamer brandstof. ‘We doen nu een pilot met waterstof, maar of dat haalbaar is voor onze productie weten we nog niet. We hebben een elektrolyser staan om waterstof groen op te wekken, maar dat levert (nog) niet genoeg op. En grijze waterstof inkopen, voor 6 euro per kuub, is erg kostbaar. Maar we willen wel die transitie naar duurzamer stoken gaan maken.’ Ook bij de receptuur voor de bakstenen zoekt het bedrijf naar duurzamere opties. Zilverschoon: ‘Zodat we minder primaire grondstoffen nodig hebben. We willen natuurlijk zo min mogelijk ‘exotische’ klei van een Duitse berg afgraven, want dat is niet hernieuwbaar. Bij rivierklei is dat anders, door afzetting wordt dat vanzelf weer aangevuld.’ Het bedrijf experimenteert nu met het hergebruik van oude bakstenen, maar ook met de inzet van afvalstromen van andere industrieën: ‘We onderzoeken of we bijvoorbeeld restproducten van glasrecycling kunnen mengen in onze kleireceptuur.’ Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat een kleimengsel een lager smeltpunt krijgt, waardoor de energiebehoefte lager wordt.
Landmark in het rivierengebied
Derck Zilverschoon woont en werkt op deze prachtige locatie aan de rivier. ‘Ik huur deze plek, en BOEi heeft de gebouwen in erfpacht. Dat betekent dat BOEi verantwoordelijk is voor het onderhoud aan de schoorsteen. De schoorsteen (rond 1925 gebouwd) is natuurlijk een prachtige eyecatcher, maar wel kostbaar. Om de zoveel jaar moeten de spanbanden eraf en opnieuw worden geschilderd. Het voegwerk moet worden bijgehouden. Daar kun je zo €15.000 per jaar voor reserveren. Het is natuurlijk allemaal werk op hoogte, dat maakt het kostbaar. Het is echt acrobatiek als je die mannen bezig ziet.’ Kostbaar, maar zo blijft een bijzonder landmark behouden, dat hoort bij dit rivierlandschap. Derck Zilverschoon: ‘Als ik ‘m uit de verte zie liggen dan is dat prachtig en dan realiseer ik me steeds: die is van ons, ik ben bijna thuis. Commercieel absoluut niet rendabel, die schoorsteen doet niets meer. Maar het is natuurlijk prachtig erfgoed en hoort bij de keramische industrie langs onze grote rivieren.’