Professionele monumenteneigenaar en hulp nodig bij verduurzamen? Kijk dan op Duurzaamheid & Circulariteit

Tweede leven ijzergieterij verzacht zwaar leven

Dit artikel maakt deel uit van het boek KIJK!, over 25 jaar herbestemmen door BOEi.

“De DRU was mijn hele leven. Ulft is de DRU en de DRU is Ulft.” Een verslaggever van de Gelderlander tekent het citaat in 1996 op uit de mond van een oud-werknemer. De fabriek is dan al jaren over haar hoogtepunt heen, maar vanwege Open Monumentendag staat de poort weer even open. De gebouwen staan zo goed als leeg, het terrein ligt te verpauperen. Het ziet er niet uit, langs de oevers van de Oude IJssel.

Kanonskogels

In 1754 begon het op deze plek: er was oer (ijzerhoudende grond) aangetroffen langs de rivier en dat was de basis voor een IJzergieterij. Eerst werden er haardplaten en kanonskogels gemaakt, later geëmailleerde potten en pannen, kachels en badkuipen. In de gloriejaren van de fabriek werkten er zo’n 1.500 mensen, allemaal uit de directe omgeving. “De directeur was de enige die Nederlands sprak”, zegt dezelfde geïnterviewde, “de rest van ons sprak alleen maar dialect.”

Zwaar en ongezond werk

Iedereen werkte bij de DRU (vernoemd naar de eigenaren en de vestigingsplaats: Diepenbrock en Reigers Ulft), of kende iemand die bij de DRU werkte. Maar het werk in de ijzergieterij was zwaar en ongezond, er was veel stof en hitte en de arbeidsomstandigheden waren zwaar. Het regime was streng. “De DRU was Ulft, maar het ging wel om een haat-liefde verhouding”, nuanceert John Haverdil, wiens vader er vroeger ook werkte. “Het zijn zeker niet allemaal fijne herinneringen die de mensen hebben.” Toen de fabriek leeg kwam te staan was de communis opinio dan ook: plat bulldozeren, weg ermee. Zelf dacht hij daar anders over. “De term industrieel erfgoed was geloof ik net uitgevonden destijds, maar ik zag wel het bijzondere van zo’n enorm fabrieks-ensemble op het platteland. Ik vond dat we daar iets moesten bedenken wat vreugde geeft. Wat beleefd en bewonderd kon worden door nieuwe generaties.”

Lekkerkerk-in-het-kwadraat

Een paar jaar later was Haverdil wethouder ruimtelijke ordening en cultuur in Ulft. Het duurde lang, maar het lukte om de DRU-fabriek op het netvlies te krijgen bij gemeente, provincie, rijk en monumentenorganisaties. Er kwam geld. “Nodig, alleen al voor het saneren van de grond. Het was hier Lekkerkerk-in-het-kwadraat.” En er kwam véél geld, voor restauratie en herbestemming van het DRU-industriepark. “We werden een majeur voorbeeldproject. Het geld ging dit keer ook eens naar het oosten van het land.” Minstens zo belangrijk: er werd veel mens- en denkkracht geregeld in stuur-, projecten en klankbordgroepen. “Die heb je nodig: deskundigen, slimme ambtenaren. BOEi voor het daadwerkelijk realiseren.” In Ulft werd gewerkt aan de Oost-Nederlandse variant van de Amsterdamse Westergasfabriek.

Cultuurfabriek

Het Portiersgebouw werd aangewezen als de gangmaker op het terrein. In 2009 ging het gebouw open onder de nieuwe naam DRU Cultuurfabriek. In de loop der jaren kregen alle 7 rijksmonumenten zo een nieuwe functie. BOEi ging ook aan de slag met de herbestemming en casco restauratie van de voormalige Badkuipenfabriek. Hier moesten ‘loft-achtige’ woningen komen. Een bijzonder gebouw, met sheddaken en lichtstraten, en fraai binnenvallend licht.
“Maar hoe maak je mensen warm voor een huis waar je nog niets van kunt zien, in zo’n desolate omgeving?” In de Achterhoek bovendien, waar iedereen ‘met een baksteen in z’n maag’ wordt geboren en het liefst een huis met een zadeldak bouwt, in het weiland van z’n ouders? Bovendien middenin de economische crisis: er was nauwelijks vraag naar huizen, laat staan in Ulft. Loftwonen stond destijds al helemaal niet in het woordenboek van de gemiddelde Achterhoeker.

Meer effect met minder geld

Tineke Hofman was destijds bij BOEi actief als freelancer bij marketingcampagnes. Hofman: “De vraag was: hoe krijgen we mensen naar onze open dag in de Badkuipenfabriek. Je kunt je suf mailen, nieuwbrieven en brochures maken, maar bij goede marketing gaat het om meer effect, met minder geld. Iets slims bedenken waarmee je veel aandacht genereert. Een verhaal met een glimlach creëren, dat mensen leuk vinden om verder te vertellen, zodat je een grote spin-off hebt.”

Eendjes in het wild

Het werd een badeendjes-campagne. “We hebben een stuk of 3.000 van die gele eendjes laten bedrukken met de tekst: ik hoor in de DRU-fabriek, breng mij dan-en-dan terug en maak kans op een diner voor twee.” Overal in de regio werden de eendjes in het wild verspreid. In een fontein, een park, op een bankje enzovoorts. “We hebben een persbericht gemaakt, een foto erbij van zo’n eendje op een mooie plek en de media pakten het enthousiast op. Dat doet natuurlijk veel meer dan dat je een saaie aankondiging stuurt dat er een open dag is.” Die open dag werd druk bezocht, voor de teruggebrachte eendjes stonden opblaasbadjes klaar ‘en iedereen vond het grappig.’

Op pad met bestelbusje

Loftwoningen in een verlaten fabriek aan de man brengen vraagt ook goede marketing-skills, zegt Hofman. En Ulft is per slot van rekening geen Amsterdam. “Veel mensen kunnen niet door zo’n half vervallen gebouw heen kijken.” Er was daarom één modelwoning ingericht: “Sandra, een medewerkster van BOEi, was daar enorm handig in. Zij ging met een bestelbusje op pad en kwam terug met allemaal goedkope tweedehands meubels. Dat paste altijd wonderwel bij elkaar en gaf meteen een leuke en gezellige sfeer. Ze zette er een keukentje in, dat deed het helemaal niet, maar het gaf wel een idee. Hier een bed, daar een tafel, zo’n woning zag er meteen leuk uit. We loodsten mensen éérst door die modelwoning, en daarna zien ze in de rest van het gebouw zelf ook sneller wat er mogelijk is.”

Het werd een succes. Na de open dag namen meerdere mensen een optie op een loft in de Badkuipenfabriek. Eén van hen was John Haverdil. Hij woont er nog steeds met veel plezier.

Als u een BOEi-obligatie koopt of Vriend van BOEi voor het leven wordt, ontvangt u het boek ‘KIJK!, 25 jaar herbestemmen in Nederland’ cadeau. Boordevol foto’s en artikelen over nieuw leven voor oude gebouwen. Meer informatie vindt u op onze website.