Nieuw leven voor betekenisvolle gebouwen? Het begint bij een haalbaarheidsonderzoek. Lees meer

BOEi viert in 2020 en 2021 haar 25-jarig bestaan

BOEi, de Nationale Maatschappij tot Restaureren en Herbestemmen van Cultureel Erfgoed, bestaat in 2020 25 jaar. Een kwart eeuw succesvolle herbestemming van fabrieken, watertorens, boerderijen, kerken, kloosters, gevangenissen, schoorstenen en gevangenissen. Op deze pagina verzamelen wij verhalen, video’s en onderzoeken rondom 25 jaar herbestemmen in Nederland.

‘Nederland is niet zo dogmatisch als het gaat om hergebruik van monumenten en dat bevordert de mogelijkheden tot herbestemmen.’

Jaap Reijnders heeft in zijn voormalige functie als directeur Vastgoed & Ontwikkeling NS Stations de waardering van stationsgebouwen zien veranderen: “De overgang van regionale naar nationale gebruiker heeft veel in gang gezet en heeft het besef postgevat dat er verantwoordelijkheid genomen moest worden voor erfgoed. Hiervoor was eerder sprake van een ad hoc beleid ten aanzien van monumenten en herbestemmen, veelal op instigatie van provincies en gemeentes.”

Door Erik Luermans. 

“Erfgoed en de Nederlandse Spoorwegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: bijna 180 jaar geschiedenis van het spoor met alle stations van toen en nu, en alle gebouwen ten behoeve van de utiliteit en infrastructuur. Het besef van dat erfgoed en vervolgens de mogelijkheid tot herbestemmen is niet altijd volgens een vaste lijn verlopen. De voortdurende aanpassing aan de eisen van de tijd, de conjunctuur, de verschillende vervoerders hebben dit besef sterk beïnvloed.”

Jaap Reijnders vertelt wat de aanjager was voor dat veranderende besef: “Pas toen er sprake was van één gebruiker, namelijk de Nederlandse Spoorwegen, ontwikkelde een gemeenschappelijk besef. Mooi voorbeeld van herbestemmen van dit proces is het station Maliebaan in Utrecht, een voormalig kopstation, dat nu als Spoorwegmuseum dienst doet. De Collectie legde de ziel en de identiteit van NS vast. Ook werden waardenstellingen opgesteld van stations en gebouwen, ook als ze plaats moesten maken voor nieuwbouw zoals het oude Rotterdam Centraal Station.”

Kijkend naar de herbestemmingsopgaven van NS vastgoed: “Herbestemmen bij NS heeft beroemde voorbeelden opgeleverd zoals het uit mergel opgetrokken station van Oud-Valkenburg, nu een restaurant. Wat moeizamer ligt het bij het station in Delft, dat van functie is ontdaan vanwege de ondergrondse spoorvernieuwingen en dat met pijn en moeite aansluiting vindt bij het nieuwe stedelijk weefsel. Het is een station dat niet meer als station functioneert, omdat alles onder de grond ligt. Moeilijk voor herbestemmen zijn ook de voormalige grensstations met allerlei gebouwen voor douane en opslag die vroeger een vanzelfsprekende functie hadden, denk aan de stations in Maastricht en Breda.”

Volgens Reijnders zijn geschiedenis en identiteit bij herbestemmen van groot belang: “Het zijn moeilijk vervangbare waarden die bij vastgoedontwikkeling, als je niet oppast, uit het oog worden verloren. Zij kunnen een belangrijke ondersteuning geven aan de beleving van een plek of gebouw, en zorgen voor sociale erkenning en het gevoel van veiligheid.”

Reijnders ziet mooie voorbeelden van herbestemmen in de LocHal in Tilburg en de DRU in Ulft, maar ook op en heel andere manier in STRIJP S in Eindhoven: “Alle drie geven ze een nieuwe impuls aan de omgeving en de stad. In Ulft is een bundeling van hergebruik van overheid, cultuur en wonen. Er kan veel tijd gaan zitten in het proces van herbestemmen, maar het voorkomt een sjabloonachtige invulling.”

“De signatuur van herbestemming verandert, erfgoed is niet alleen meer industrieel. Religieus erfgoed stelt nieuwe vragen over herbestemmen. En bedenk wat er nog aankomt als het gaat om agrarisch erfgoed”, vervolgt hij.

Reijnders kijkt, net zoals de NS, ook over de landgrenzen: “Ik zie in Duitsland wel parallellen met de aanpak van herbestemmen in Nederland. Maar er zijn zeker ook landen die weinig er aan doen of die in de regelgeving veel meer mikken op conserveren dan hergebruik, zoals Frankrijk. Zie hoe Italië worstelt en vast lijkt te lopen met het vele erfgoed.”

“In Nederland is het erfgoed, en daarmee het herbestemmen, nog allemaal goed te behappen. Nederland is ook niet zo dogmatisch als het gaat om hergebruik van monumenten en dat bevordert de mogelijkheden tot herbestemmen. Daarnaast hebben we in Nederland het landschap veelal opnieuw gemaakt of ingericht. Aan veel boerderijen is eeuwen gesleuteld, dus hoe streng moeten we straks zijn als we met dit erfgoed en herbestemmen aan de slag moeten gaan?”

terug naar BOEi 25 jaar